7 & 8 september 2019 Maastricht
Een field trip met een fictief vertrekpunt: Een gedachten oefening met een onverwacht resultaat. Wandelend bewegen we ons tussen het kleine (persoonlijke) en het grote (wereldlijke) verhaal. Met groeiend bewustzijn over de keuzen die we tot nu hebben gemaakt en zullen moeten gaan maken. Met de kracht van water als het inhoudelijk verbindende element.
Deelnemers: Anouk van Klaveren, Christa van der Meer, Anouk van de Sande, Vera de Pont, Yamuna Forzani, Tim Prins, Branko Popovic, Joost Horward, Weike Medendorp, Weike van Koolwijk, Mitch van Schijndel, Han Zittema en Take Twee.
Route: Het Martinus huis, de grotten, de groeve, een café en een hostel.
Onderzoeksvraag: Welke rol speelt mode voor een individu in een context van massamigratie en noodgedwongen evacuatie?
Huiswerkopdracht: Wat als je door plots opkomend water je huis moet ontvluchten; wat neem je mee? En, wat niet? Breng een ingepakte tas mee, die je de hele dag bij je kunt dragen.
Verhaal: Joost Horward & Beeld: Mitch van Schijndel
Diech blom vaan Nederlands landouwe, gegreujt op 't graaf vaan Sintervaos.
Bis weerdig dobbel te besjouwe, gespiegeld in de blaanke Maos.
—Uit: het Maastrichts volkslied
#1
Proloog
We komen samen aan het begin van de dag in Maastricht in het Martinus huis, een woonconcept voor 21 jongeren die op weg zijn om zelfstandiger in het leven te staan. Waaronder 15 jongvolwassen statushouders, afkomstig uit diverse probleemgebieden in de wereld. Han Zittema, medeoprichter van het huis heet ons welkom, en
zegt plots: ‘…en jullie (Randstedelingen) komen straks hierheen als het water komt.’ We zijn begonnen.
Na de inleidende woorden van Han over hun unieke woonconcept The Masters, waar zo snel als mogelijk actief deelnemen aan de samenleving gezien wordt als de beste wijze om te integreren (mits deze samenleving ook de hand rijkt), bekijken we een deel van het kunstwerk IDENTITIES; videoportretten van vluchtelingen door Take Twee. Take Twee bestaat uit twee audiovisuele kunstenaars, die met hun werk in een tijd van politieke en culturele segregatie de mens wil verbinden met de ander middels het persoonlijke verhaal. De uitspraak van Schopenhauer indachtig: iedereen houdt de grenzen van zijn eigen gezichtsveld voor de grenzen van de wereld.
Een van de geportretteerde vluchtelingen was in land van herkomst een nomade. Een migrant van huis uit. Hij spreekt ons vanaf het scherm toe in korte, heldere gedachten:
‘… dan kom je ergens terecht en dan begin je opnieuw. Aanpassen betekent niet alles weggooien wat je hebt. Waar je bent, daar hoor je te zijn.’
De kleding van de geportretteerden hebben ze zelf zorgvuldig gekozen. Er goed uit zien, voor de film, voor de toeschouwer. Een vorm van zorgvuldigheid en respect die ontroert. De films vertellen nauwelijks over het leed van de vluchteling, maar tonen ons de kwaliteiten en dromen van de individu. We merken op: vluchten is deel van hun levensverhaal maar is niet hun identiteit. Je bent niet dat wat je overkomt. De sobere, zorgvuldig gemaakte portretten beklijven en leggen een tot nadenkende stemmende grondlaag, waarop we de rest van de dag voortbouwen.
Wherever you go, build a home… a network of people. So that if you knock on a door for help, people will open it.
#2
Huis-werk
We kijken naar de uitgestalde kleinoden van een ontwerper op de vlucht, het past op een vierkante meter, wat kleding, prullaria, gsm, foto’s, het gekozen residu van een leven.
Tot iemand zegt : ‘Het is kwetsbaar om je keuzes te laten zien. Hebben jullie dat ook gevoeld…’
We zijn begonnen met de huiswerkopdracht en een voor een geven de deelnemers een inkijk in de keuzes die ze gemaakt hebben uit hun persoonlijke bezittingen.
We zijn aandoenlijk met onze bezittingen voor ons uitgestald. We hebben betekenis gelegd, in die rare beeldjes, ringen, kettinkjes, foto’s, boekjes. Als de objecten verdwijnen, zullen we het verhaal van ze vertellen en zo het verhaal van onszelf. Tot het object ook uit de herinnering is verdwenen. Alleen een onverwachte geur brengt ons ineens weer terug bij het oude huis met zijn spullen; wat we ooit door het snel opkomend water achter ons hebben moeten laten.
De objecten leiden onherroepelijk naar vragen en verhalen.
Wat is dat? Waarom juist dat?
Zijn de foto’s op de telefoon wel genoeg? En wat als er geen stroom voor handen is?
Als we plots moeten vluchten, hoe plots is dan plots? En waarheen? Waarvoor?
En we maken veel aannames zoals: mijn vriend gaat ook mee. Of: de katten natuurlijk ook.
Uit de eerder bekeken videoportretten is al gebleken dat de werkelijkheid hoogstwaarschijnlijk anders gaat zijn. Bij vluchten wordt de vluchtigheid van materiaal, geldelijke waarde, papieren en contacten zichtbaar.
Het zwaarste om te dragen wordt echter dat wat je vergeten bent mee te nemen. Of hebt moeten achterlaten.
De verhalen van de vluchtelingen, onze eigen persoonlijke verhalen, de spullen, het geeft de ochtend een lading. We merken hoeveel informatie een leven bevat, en dat dat gewicht heeft. Want hoe klein het object ook is, ze vertelt het verhaal van een karakter, een opvoeding, een overtuiging, een liefde enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts.
Een Indonesisch kookboek
Een fluffy topje met kralen op de tepels
Een alarmfluitje.
En de eeuwige lucifer.
Pijnstillers.
Eten
Kleren
Beschutting
Niet nat worden
Niet koud worden
Niet zwaar worden
Wat heb ik bij me ?
Wat ik denk nodig te hebben.
Wat ik weet nodig te hebben.
Mijn huissleutels
Voor als ik terugkom.
#3
Voor geen goud
Waarde blijkt het grote thema. We leren snel. Goud is belangrijk. En bijna niemand heeft het bij zich. Sigaretten zouden waarschijnlijk een krachtig ruilmiddel zijn. Goud en sigaretten blijken behoorlijk waardevast. We missen ruilmiddelen.
En dan is er dat ene object uit je jeugd. De speelgoedbeer of dat Mariabeeldje… of … dat krijgt niemand! Voor geen goud! De objecten die we bij ons dragen komen in een categorie; we maken ineens een hiërarchie. Welke objecten brengen iets op; welke hebben een intrinsieke waarde.
Dat kan eerst weg, dan dat, dan dat … tot je komt bij de voorwerpen die je moet verkopen die pijn gaan doen. Kleding heeft niet zo veel waarde blijkt. De waarde om je te beschermen ja. Maar emotioneel staat kleding laag in de hiërarchie.
Een voor een andere gelegenheid ontworpen supersuit krijgt door de situatie ineens veel meer waarde. Het vergroot tenslotte de kans op overleven. De waarde van het werk van de ontwerper verandert met de omstandigheden. Later leren we dat vooral de stof belangrijk is. Hoe dunner hoe liever. De ultra lichte sterke stoffen zijn duur. Maar als je honderden kilometers moet lopen: hoeveel is een halve kilo minder je dan waard?
Hoewel je vooral bezig bent met zoeken naar waar winst te behalen is, is vluchten vooral iets verliezen. Nu blijkt plots wat je vergeten bent en wat zo goed van pas zou komen!
Of dat ene nutteloze object, waarvoor je een diep gemis voelt. Je kan spullen achterlaten bij vrienden. Dit worden dan de safe places voor je tastbare herinneringen, mocht je ooit huis en haard moeten verlaten.
Ons valt op dat iedereen vooral aan zichzelf denkt: ik moet overleven. Totdat een fles whisky uit een van de tassen komt.
When there’s nothing left, there ’s always something to celebrate.
Alcohol brengt de broodnodige roes, maar alcohol is bovenal een manier om snel vrienden te maken. Deze kunnen in barre omstandigheden van onschatbare waarde zijn.
Vergeet niet, je bent als vluchteling altijd een tweederangsburger. Je bent de ander.
Later op de ochtend wordt gezegd: ‘Wat je werkelijk in je leven voor een ander betekent hebt, komt naar je terug in het leven, als de deur waar je aanklopt in nood geopend wordt.”
Op onze laatste stop aan het eind van de dag zal bevestigd worden wat we al vermoeden:
Water is het nieuwe goud.
I don’t care if the world is burning, I am still gonna wear my nipple top.
#4
Designer on the run
Wanneer komt het ‘ontwerper-zijn’ van pas?
Deze groep heeft basisvaardigheden, die een ander misschien ontbeert. Je kan goed overweg met naald en draad en kan zodoende de meest voor de hand liggende (maar uit ons leven verdwenen noodzakelijkheid) ‘het herstellen van scheuren en gaten’ goed uitvoeren. Het lijkt niets, maar later op de dag zullen we horen hoe het ogenschijnlijk meest onschuldig lijkende ongemak je dood kan worden.
Maar de ontwerper heeft ook de mogelijkheid allerhande ontwerpen te maken voor persoonlijke omstandigheden. Een van de ontwerpers haalt een foto van haar katten tevoorschijn en zegt: die gaan koste wat kost mee als ik vlucht. Dus had ze een drijvende draagzak ontworpen. We zijn enthousiast over de vindingrijkheid. De gedachtenoefening wat er met de katten moet gebeuren als de honger ondraaglijk wordt, laten we wijselijk liggen.
De onderliggende vraag tot hoever en tegen welke prijs je bereid bent voor een ander wezen te zorgen als je in diepe nood verkeert is onmogelijk te beantwoorden.
Uit een van de tassen komen een veelheid aan dunne sjaaltjes tevoorschijn en klemmetjes.
‘Ik vroeg me af, als ik onderweg ruimte moet gaan delen, hoe kan ik privacy creëren?’
Ook voor kleding ontdekken we categorieën:
Kleding om te overleven – stevige schoenen, het ultradunne regenjasje etc.
Kleding om van een plek te kunnen genieten – dat wat je aantrekkelijkheid vergroot.
Kleding om aan werk te kunnen komen – Business kleren zodat je niet op een buitenlander lijkt.
En spanningsvelden. Kledingstukken waar je van houdt, kunnen gewild of ongewild je cultuur uitdragen. Dat kan ongewenst zijn in een ander land. De gedachte, “we eisen dat ze op ons lijken’ is ook ons niet vreemd. In de jaren 60 stond het dragen van de sarong gelijk aan sociale verbanning, zoals nu de Boerka.
Een ander belangrijk spanningsveld ligt tussen aantrekkelijk en praktisch; een van de speelvelden voor de creativiteit van de designer. We constateren dat de behoefte om met het leven te kunnen spelen de kop op steekt zodra het maar kan! De wijze waarop je je kunt kleden is de meest direct toepasbare uiting om je persoonlijkheid te laten zien.
Al met al, op het moment dat je moet vluchten is 90% van je rijk gevulde kledingkast volslagen nutteloos geworden.
Als je vlucht, is kleding ter plaatse vaak voor handen. Charity en dumping liggen hier dicht tegen elkaar aan.
Het is al eerder gezegd: het belang van de stof. Een ontwerpster heeft een wollen trui meegenomen. Wijs geworden door ervaring na een val in een IJslandse rivier, waarna in de lage temperaturen de katoenen kleding nauwelijks wilde drogen; ze dreigde onderkoeld te raken. Soortgelijke omstandigheden komen gek genoeg terug in onze trip door de grotten. Als je verdwaalt in de grotten, ga je onherroepelijk lopen zweten; het zweet maakt je kleding nat, maar door de vochtigheid van de ruimte kan het water niet weg. Je koelt af en sterft uiteindelijk aan onderkoeling.
De zin: ‘We sliepen in onze kleren, zodat we geen tijd verloren met aankleden als we moesten vluchten’ klinkt lang na.
Dan is een stof die niet gestreken hoeft te worden geen overbodige of overdreven luxe meer, maar een welkome omarming. Uiteindelijk komen er zelfreinigende, zichzelf herstellende stoffen op de markt. In de technologische ontwikkeling van stoffen ligt een groot speelveld.
Praktisch en sexy, want zodra het kan gaat de mens weer spelen.
The fall of dropping water
wears away the stone.
— Lucretius
#5
Tijdi(n)g
We bezoeken de Sint-Pietersberg. Eerst de grotten, ontstaan door het winnen van Mergel gedurende honderden jaren. Daarna dalen we af in de Enci groeve. Een behoorlijke afdaling langs de geologische lijnen in het landschap. We dalen als het ware af in de tijd. Miljoenen jaren van samengeperste resten van zeedieren hebben de mergel gemaakt. Het gewicht van de tijd is hier tastbaar. Hier was ooit zee. Op de bodem van die zee zien we in de verte bij een gesloten paviljoen een vrouw wespen uit een wespenval bevrijden. Het is Weike Medendorp, regisseur energietransitie voor de gemeente Maastricht en bestuurslid bij Waterschap Limburg. We gaan met haar in gesprek over de grote milieuproblemen waarmee Limburg en Maastricht zich geconfronteerd zien. Het gesprek voert langs verschillende onderwerpen. Urgentere problemen dan het opkomende zeewater zijn het dalen van het grondwater en de enorme afname van biodiversiteit. Het is duidelijk dat Weike dat laatste als grootste, meest directe zorg ziet. De ernst van het probleem is bij ons nog nauwelijks doorgedrongen.
Een van de ontwerpers omschrijft de ontmoeting met Weike in haar reflectie als volgt:
I found the ENCI groeve very interesting to visit, since it has once been an ocean. You can literally see the history here, dark lines in the rock showcase possible ice ages and the passing of time. It is also interesting to note that the rock of the ENCI groeve has been used to build houses in the local area. It is obviously both a location of cultural value as a practical one.
We spoke with Weike, who is concerned about the biodiversity in Holland (and Maastricht). It made me think about the nature around us in the situation of a flood. A big part of Holland would disappear, causing a decline in plants and animals. But as Wieke mentioned; the meeting of two distinct natural area’s (f.e. water and land) is an excellent breeding ground for biodiversity. Since Maastricht would become a coastline city, it could have an important role in maintaining bio diversity and could possibly become an excellent research/development area for bio textiles and materials.’
Weike, hoewel realistisch over de ernst en onomkeerbaarheid van sommige problemen, is optimistisch. Ze omschrijft de mens als een wezen dat zich ongelooflijk goed kan aanpassen aan de omstandigheden. Steeds in staat gebleken technologische oplossingen te vinden om leven mogelijk en aangenaam te maken. Ze raakt hiermee direct aan de noodzaak van de Taskforces. Het zijn de designers tenslotte wiens creativiteit en kennis nu gevraagd wordt om ons uit een lastige situatie te bevrijden.
Weike:
Het gaat over het groeiend bewustzijn over de keuzes die we hebben gemaakt en over de keuzes die we gaan maken.
In deze fieldtrip worden we vanaf de ochtend geconfronteerd met onze keuzes. Van wat neem ik mee als ik moet vluchten tot welke impact, welke lijn in het mergel vormen wij uiteindelijk.
Er vliegen zwermen vogels over in verte, ze steken scherp af tegen de gele kalkwanden van de weidse groeve, die kleur verliezen in de opkomende schemer.
De dag is rond. We zitten met de ondraaglijke lichtheid van het besef hoe betekenisvol we ons leven willen maken, en hoe betekenisloos onze korte aanwezigheid lijkt, in een kalkgroeve die eens een zee was.
Het is tijd om te eten. Maar eerst drinken we. Dat is nodig.
Het is een eenvoudig bruin café, dat past bij de dag.
We hebben geen opgeleukte omstandigheden nodig.
#6
Epiloog: avondmaalsgasten
Halverwege de dag is Weike van Koolwijk aangesloten bij de groep. Weike is pas drie weken terug uit Amerika waar ze de Pacific Crest Trail heeft gelopen (de 4268 kilometer lange trail is bekend geworden door het boek van Cheryl Strayed ‘Wild’). Ze heeft de kleren aan die ze droeg tijdens de wandeling en haar rugzak met spullen bij zich. Een niet ongevaarlijke tocht waarbij je temperaturen kan ontmoeten van 50 graden in de woestijn tot – 10 in de bergen. Na het eten vertelt ze ons erover.
Haar verhaal is spannend en vol onverwachte banaliteiten. Over zaken zo alledaags, dat je er niet bij stilstaat tot ze een uitdaging worden in moeilijke omstandigheden.
We leren dat jongens sneller vermageren dan meisjes, tot het nog maar knokige staken zijn, ongeschoren, die harder stinken dan de meisjes. Hoe dat laatste komt weet niemand.
We leren dat hoe hard je ook stinkt, romantiek gewoon blijft bestaan. En dat er berenpotten zijn waar je je eten in bewaart. Potten met een deksel waar een beer geen raad mee weet. Die je beter buiten je tentje bewaart…
Dat iedereen op de trail een bijnaam heeft. Dat de trail eigen wetten heeft, zeker als het op poepen aankomt. Dat in de pleisterplaatsen iedere hiker naakt in zijn regenpak in de wasserette zit. Dat ze in de dorpen en stadjes trailertrash genoemd worden, omdat ze de schaamte voorbij zijn. En we leren over trail angels, mensen die langs de route wonen en zorg dragen voor de hikers. Zorgen voor fruit, of onderdak; Dat er goed te eten is. Van Weike begrijpen we hoe belangrijk voorbereiding en goed (licht) materiaal eigenlijk is. Uiteraard is de gsm een ongelooflijke luxe in deze. Een kompas en een hulplijn.
Het is het staartje van de dag en het is een goed en concreet verhaal over wat minimaal nodig is om een barre tocht te overleven en om je nog een beetje mens te kunnen voelen. Over hoe snel je met lotgenoten een eigen gemeenschap maakt. Een deel van Weike ’s ervaringen is opgenomen in de samenvattingen.
De nacht valt. Het is genoeg zo. We zullen elkaar nog zien bij het ontbijt. Dan denken we na over hoe vanuit deze dag van inspiratie door te werken.